Gekleurde streepvorming zichtbaar met een tussenafstand van ongeveer 2.5 cm
Onscherpe afdrukken, verticale strepen of verkeerde uitlijning
Afbeeldingen of foto's worden afgedrukt met de verkeerde kleuren
Randen van de afbeelding vallen weg bij het randloos afdrukken
Op de gekopieerde afdruk verschijnen ongelijke kleuren, vegen, vlekken of rechte lijnen
Er verschijnt een webachtig patroon (ook wel "moiré" genoemd) op de gekopieerde afbeelding
De achterkant van het origineel is te zien op de gekopieerde afbeelding
Als u de printer moet vervoeren voor een verhuizing of reparaties, volgt u de onderstaande stappen om de printer in te pakken.
Pas bij het sluiten van de scannereenheid op dat uw vingers niet klem komen te zitten. Anders kunt u zich verwonden.
Zorg er bij opslag of transport van de printer voor dat deze niet gekanteld, verticaal of ondersteboven wordt gehouden, anders kan er inkt lekken.
Laat de cartridges zitten. Als u de cartridges verwijdert, kan de printkop indrogen, waardoor afdrukken niet meer mogelijk is.
Druk op om de printer uit te zetten.
Zorg ervoor dat het aan/uit-lampje uit staat en haal dan het netsnoer uit het stopcontact.
Haal het netsnoer uit het stopcontact als het aan/uit-lampje uit staat. Als u dit niet doet gaat de printkop niet terug naar de uitgangspositie waardoor de inkt opdroogt en afdrukken niet meer mogelijk is.
Koppel alle kabels los zoals het netsnoer en de USB-kabel.
Verwijder al het papier uit de printer.
Zorg dat er geen originelen in de printer steken.
Open de scannereenheid met de documentkap gesloten. Bevestig de inktcartridgehouder met tape aan de behuizing.
Sluit de scannereenheid.
Verpak de printer zoals hieronder weergegeven.
Plaats de printer in de doos met de beschermende materialen.
Verwijder de tape die de inktcartridgehouder vasthoudt voordat u de printer opnieuw gebruikt. Reinig en lijn de printkop uit als de afdrukkwaliteit lager is wanneer u opnieuw afdrukt.