/ Inktpatronen vervangen / Inktcartridges vervangen (wanneer het inktlampje uit is)

Inktcartridges vervangen (wanneer het inktlampje uit is)

Let op:

Pas bij het sluiten van de scannereenheid op dat uw vingers niet klem komen te zitten. Anders kunt u zich verwonden.

Opmerking:

Als u de cartridges vervangt tijdens het kopiëren, kunnen de originelen verschuiven. Druk op de knop om het kopiëren te annuleren en vervang de originelen.

  1. Open de scannereenheid met de documentkap gesloten.

  2. Houd de knop 10 seconden ingedrukt.

    De inktcartridgehouder gaat naar de vervangingspositie.

    Opmerking:

    Als u het vervangen van cartridges wilt annuleren, laat u de cartridges gewoon zitten en zet u de printer uit.

  3. Wanneer u de zwarte cartridge vervangt, moet u de nieuwe zwarte cartridge vier- of vijfmaal voorzichtig schudden voordat u de cartridge uit de verpakking haalt. Wanneer u de kleurencartridges wilt vervangen, haalt u de nieuwe cartridges uit de verpakking zonder eerst te schudden.

    Belangrijk:

    Schud inktpatronen niet nadat u de verpakking hebt geopend, omdat ze kunnen lekken.

  4. Verwijder alleen de gele tape.

    Belangrijk:

    Raak de in de figuur getoonde onderdelen niet aan. Omdat dit de normale werking kan schaden.

  5. Druk op het lipje van de inktcartridge en trek dit naar boven. Trek er hard aan als u de inktcartridge niet kunt verwijderen

  6. Plaats de nieuwe inktcartridge en druk deze stevig naar beneden.

  7. Sluit de scannereenheid.

  8. Druk op de knop .

    Het laden van de inkt start.

    Belangrijk:

    Nadat u de inktcartridge hebt geplaatst, blijft het aan/uit- en inktlampje knipperen terwijl de printer inkt laadt. Schakel de printer niet uit terwijl de inkt wordt geladen. Het laden duurt ongeveer twee minuten. Als het laden van de inkt niet wordt voltooid, kunt u mogelijk niet afdrukken.

    Opmerking:

    Als het lampje niet dooft, moet u de cartridge verwijderen en opnieuw installeren.