Randapparaten aansluiten

Sluit een interfacekabel van een randapparaat aan op de aansluiting in de printer.

1. Schakel de printer uit.

2. Trek de AC-kabel uit het stopcontact.

3. Leg de printer op een zachte doek of zacht beschermend materiaal.



4. Draai de printer om.



5. Verwijder de onderklep.



6. Verwijder de zijkleppen.



7. Verwijder de achterklep.



8. Sluit een interfacekabel aan op de aansluiting in de printer.

Voor informatie over de typen aansluitingen, zie Aansluitingen.

A: Printermodellen zonder een microSD-kaartsleuf

B: Printermodellen met een microSD-kaartsleuf



9. Leid de interfacekabel door de haak.

Deze stap is niet nodig als u de kabel langs achter of onder uit de printer leidt.



10. Bevestig de achterklep.



11. Bevestig de zijkleppen.



12. Bevestig de onderklep.

Leid de kabel langs links, rechts, onder of achter door de onderklep.



13. Sluit de interfacekabel aan op het apparaat.

14. Sluit de AC-kabel op een stopcontact aan.

WAARSCHUWING:

• Stop de stekker van de AC-kabel nooit in een stopcontact dat niet overeenkomt met de ingangsspanning van de AC-adapter. Dit kan leiden tot schade aan de printer.

• Als er ooit een defect optreedt, moet u de voeding naar de printer onmiddellijk uitschakelen en de AC-kabel loskoppelen van het stopcontact.