
|
|
Uitvoerlade |
Opvanglade voor het papier dat uit de printer komt. |
|
|
Papiercassette |
Laadt papier. |
|
|
Zijgeleiders |
Hiermee wordt het papier recht in de printer ingevoerd. Schuif deze naar de randen van het papier. |
|
|
Geleider voor Legal-papier |
Schuif uit voor papier van Legal-formaat. |

|
|
Documentdeksel |
Houdt extern licht tegen tijdens het scannen. |
|
|
Scannerglasplaat |
Plaats de originelen. |
|
|
Bedieningspaneel |
Geeft de status van de printer weer en maakt het mogelijk printerinstellingen te configureren. |
|
|
Voorpaneel |
Openen om papier te kunnen laden in de papiercassette. |
|
|
Geheugenkaartsleuf |
Plaats een geheugenkaart in het apparaat. |

|
|
Scannereenheid |
Scant de geplaatste originelen. Open de eenheid om inktpatronen te vervangen of papier dat in de printer is vastgelopen, te verwijderen. Deze eenheid blijft meestal gesloten. |
|
|
Cartridgehouder |
Installeer de inktpatronen. Inkt komt uit de spuitkanaaltjes van de printkop. |

|
|
Afdekking onderhoudscassette |
Verwijder deze afdekking wanneer u de onderhoudscassette wilt vervangen. De onderhoudscassette is een houder waarin kleine hoeveelheden overtollige inkt wordt opgevangen tijdens het reinigen of afdrukken. |
|
|
Achterpaneel |
Verwijderen bij het verwijderen van vastgelopen papier. |
|
|
Netaansluiting |
Voor aansluiting van het netsnoer. |
|
|
USB-poort |
Voor aansluiting van een USB-kabel als verbinding met een computer. |