Verbinding Wi-Fi Direct (Eenvoudig Toegangspunt) verbreken vanaf het bedieningspaneel
Afdrukken vanuit het menu Foto's afdrukken op het bedieningspaneel
Afdrukken vanuit het menu Verschillende afdrukken op het bedieningspaneel
Netwerkservice en softwareinformatie
Toepassing voor het configureren van printerbewerkingen (Web Config)
Toepassing voor het scannen van documenten en afbeeldingen (Epson Scan 2)
Toepassing voor scannen vanaf een computer (Epson ScanSmart)
Toepassing voor snel en op een leuke manier afdrukken via een computer (Epson Photo+)
Toepassing voor het gemakkelijk bedienen van de printer vanaf een smart-apparaat (Epson Smart Panel)
Toepassing voor het scannen en overdragen van afbeeldingen (Easy Photo Scan)
Toepassing voor het bijwerken van software en firmware (Epson Software Updater)
Toepassing voor configuratie van een apparaat in een netwerk (EpsonNet Config)
Gekleurde streepvorming zichtbaar met een tussenafstand van ongeveer 3.3 cm
Onscherpe afdrukken, verticale strepen of verkeerde uitlijning
Vlekken op het papier bij automatisch dubbelzijdig afdrukken
Afbeeldingen of foto's worden afgedrukt met de verkeerde kleuren
Randen van de afbeelding vallen weg bij het randloos afdrukken
Op de gekopieerde afdruk verschijnen ongelijke kleuren, vegen, vlekken of rechte lijnen
Er verschijnt een webachtig patroon (ook wel "moiré" genoemd) op de gekopieerde afbeelding
De achterkant van het origineel is te zien op de gekopieerde afbeelding
U kunt vanaf een computer gegevens schrijven of lezen op een extern opslagapparaat, zoals een geheugenkaart die in de printer is geplaatst.
Maak de schrijfbeveiliging ongedaan voordat u de geheugenkaart plaatst.
Als vanaf een computer een afbeelding wordt opgeslagen op de geheugenkaart, worden de afbeelding en het aantal foto's niet vernieuwd op het lcd-scherm. Verwijder de geheugenkaart en plaats deze opnieuw.
Bij het delen van een extern apparaat dat is ingevoerd in de printer tussen computers verbonden via USB en over een netwerk, is schrijftoegang alleen toegestaan voor de computers die zijn verbonden via de methode die u hebt geselecteerd op de printer. Als u wilt schrijven op het externe opslagapparaat, gaat u naar Instel. op het bedieningspaneel en selecteert u Bestanden deln en een verbindingsmethode.
Selecteer een extern opslagapparaat in Computer of Deze computer. De gegevens op het externe opslagapparaat worden weergegeven.
Als u de printer met het netwerk hebt verbonden zonder de softwareschijf of Web Installer te gebruiken, wijst u een geheugenkaartsleuf of USB-poort toe als netwerkstation. Open Uitvoeren en voer een printernaam in \\XXXXX of het IP-adres van een printer \\XXX.XXX.XXX.XXX om te Openen:. Rechtsklik op een weergegeven apparaatpictogram om het netwerk toe te wijzen. Het netwerkstation verschijnt in Computer of Deze Computer.
Selecteer het juiste apparaatpictogram. De gegevens op het externe opslagapparaat worden weergegeven.
Sleep het apparaat naar het prullenbakpictogram als u het externe opslagapparaat wilt verwijderen. Als u dit niet doet, worden de gegevens op het gedeelde station mogelijk niet correct weergegeven wanneer een ander extern opslagapparaat wordt geplaatst.
Om via het netwerk toegang te krijgen tot een extern opslagapparaat, selecteert u Go > Connect to Server in het menu op het bureaublad. Voer een printernaam cifs://XXXXX of smb://XXXXX in (waarbij "XXXXX" de printernaam is) in Serveradres en klik vervolgens op Verbinden.