De netwerkstatus wijzigen naar ethernet op het bedieningspaneel
Verbinding Wi-Fi Direct (Eenvoudig Toegangspunt) verbreken vanaf het bedieningspaneel
Netwerkservice en softwareinformatie
Toepassing voor het configureren van printerbewerkingen (Web Config)
Toepassing voor het scannen van documenten en afbeeldingen (Epson Scan 2)
Toepassing voor scannen vanaf een computer (Epson ScanSmart)
Toepassing voor het configureren van faxbewerkingen en het verzenden van faxen (FAX Utility)
Toepassing voor het verzenden van faxen (stuurprogramma PC-FAX)
Toepassing voor snel en op een leuke manier afdrukken via een computer (Epson Photo+)
Toepassing voor het gemakkelijk bedienen van de printer vanaf een smart-apparaat (Epson Smart Panel)
Toepassing voor het scannen en overdragen van afbeeldingen (Easy Photo Scan)
Toepassing voor het bijwerken van software en firmware (Epson Software Updater)
Toepassing voor configuratie van een apparaat in een netwerk (EpsonNet Config)
Gekleurde streepvorming zichtbaar met een tussenafstand van ongeveer 3.3 cm
Onscherpe afdrukken, verticale strepen of verkeerde uitlijning
Vlekken op het papier bij automatisch dubbelzijdig afdrukken
Afbeeldingen of foto's worden afgedrukt met de verkeerde kleuren
Randen van de afbeelding vallen weg bij het randloos afdrukken
Op de gekopieerde afdruk verschijnen ongelijke kleuren, vegen, vlekken of rechte lijnen
Er verschijnt een webachtig patroon (ook wel "moiré" genoemd) op de gekopieerde afbeelding
De achterkant van het origineel is te zien op de gekopieerde afbeelding
De tekst of afbeelding die met de ADF is gekopieerd, is samengedrukt of uitgerekt
Problemen met verzenden en ontvangen van faxen
Wanneer het papier niet correct in de papiercassette wordt ingevoerd, moet u de roller binnenin reinigen.
Druk op
om de printer uit te zetten.
Neem de stekker van het netsnoer uit het stopcontact en koppel vervolgens het netsnoer los.
Trek het papiercassette uit de printer.

Plaats de printer met de knop
op het bedieningspaneel naar boven.

Pas bij het neerzetten van de printer op dat uw vingers niet klem komen te zitten. Anders kunt u zich verwonden.
Maak een doek vochtig met wat water, wring de doek grondig uit en veeg hiermee de rollen af terwijl u deze verdraait.

Plaats de printer weer in de normale positie en plaats de papiercassette.
Laat de printer niet gedurende lange tijd zo staan.
Sluit het netsnoer aan.