De netwerkstatus wijzigen naar ethernet op het bedieningspaneel
Verbinding Wi-Fi Direct (Eenvoudig Toegangspunt) verbreken vanaf het bedieningspaneel
Netwerkservice en softwareinformatie
Toepassing voor het configureren van printerbewerkingen (Web Config)
Toepassing voor het scannen van documenten en afbeeldingen (Epson Scan 2)
Toepassing voor scannen vanaf een computer (Epson ScanSmart)
Toepassing voor het configureren van faxbewerkingen en het verzenden van faxen (FAX Utility)
Toepassing voor het verzenden van faxen (stuurprogramma PC-FAX)
Toepassing voor snel en op een leuke manier afdrukken via een computer (Epson Photo+)
Toepassing voor het gemakkelijk bedienen van de printer vanaf een smart-apparaat (Epson Smart Panel)
Toepassing voor het scannen en overdragen van afbeeldingen (Easy Photo Scan)
Toepassing voor het bijwerken van software en firmware (Epson Software Updater)
Toepassing voor configuratie van een apparaat in een netwerk (EpsonNet Config)
Gekleurde streepvorming zichtbaar met een tussenafstand van ongeveer 3.3 cm
Onscherpe afdrukken, verticale strepen of verkeerde uitlijning
Vlekken op het papier bij automatisch dubbelzijdig afdrukken
Afbeeldingen of foto's worden afgedrukt met de verkeerde kleuren
Randen van de afbeelding vallen weg bij het randloos afdrukken
Op de gekopieerde afdruk verschijnen ongelijke kleuren, vegen, vlekken of rechte lijnen
Er verschijnt een webachtig patroon (ook wel "moiré" genoemd) op de gekopieerde afbeelding
De achterkant van het origineel is te zien op de gekopieerde afbeelding
De tekst of afbeelding die met de ADF is gekopieerd, is samengedrukt of uitgerekt
Problemen met verzenden en ontvangen van faxen
U kunt automatisch verbinding maken tussen de printer en uw smart device en afdrukken door de NFC-antenne van een smart device met Android 4.0 of later en ondersteuning voor NFC (Near Field Communication) tegen de NFC-label van de printer aan te houden.
De locatie van de NFC-antenne verschilt afhankelijk van het smart-apparaat. Raadpleeg de documentatie van uw smart device voor meer informatie.
Controleer of de verbindingsinstelling Wi-Fi Direct (eenvoudig AP) is ingeschakeld.
Schakel de NFC-functie in op uw smart-apparaat.
Zorg ervoor dat Epson iPrint op uw smart-apparaat is geïnstalleerd. Zo niet, dan houdt u de NFC-antenne van uw smart device tegen de NFC-label van de printer en installeert u het.
Als de printer nog steeds niet met uw smart device communiceert nadat u de antenne tegen de tag hebt gehouden, moet u mogelijk de positie van uw smart device aanpassen voor u het opnieuw probeert.
Als er zich obstakels tussen de NFC-label en de NFC-antenne van het smart device bevinden, kan de printer mogelijk niet met uw smart device communiceren.
Deze functie maakt gebruik van een Wi-Fi Direct-verbinding (eenvoudig AP) om verbinding te maken met de printer. U kunt tot vier apparaten tegelijk op de printer aangesloten hebben.
Als u het wachtwoord voor de Wi-Fi Direct-verbinding (eenvoudig AP) hebt gewijzigd, kunt u deze functie niet gebruiken. Haal het oorspronkelijke wachtwoord terug als u deze functie wilt gebruiken.
Laad papier in de printer.
Houd de NFC-antenne van uw smart device tegen de NFC-label van de printer aan.

Epson iPrint wordt gestart.
Op het startscherm van Epson iPrint houdt u de NFC-antenne van uw smart device nogmaals tegen de NFC-label van de printer aan.
De printer en uw smart device zijn nu met elkaar verbonden.
Selecteer de afbeelding die u wilt afdrukken en selecteer vervolgens Volgende rechts boven in het scherm.
Houd de NFC-antenne van uw smart device nogmaals tegen de NFC-label van de printer aan.
De afdruktaak wordt gestart.