De netwerkstatus wijzigen naar ethernet op het bedieningspaneel
Verbinding Wi-Fi Direct (Eenvoudig Toegangspunt) verbreken vanaf het bedieningspaneel
Netwerkservice en softwareinformatie
Toepassing voor het configureren van printerbewerkingen (Web Config)
Toepassing voor het scannen van documenten en afbeeldingen (Epson Scan 2)
Toepassing voor scannen vanaf een computer (Epson ScanSmart)
Toepassing voor het configureren van faxbewerkingen en het verzenden van faxen (FAX Utility)
Toepassing voor het verzenden van faxen (stuurprogramma PC-FAX)
Toepassing voor snel en op een leuke manier afdrukken via een computer (Epson Photo+)
Toepassing voor het gemakkelijk bedienen van de printer vanaf een smart-apparaat (Epson Smart Panel)
Toepassing voor het scannen en overdragen van afbeeldingen (Easy Photo Scan)
Toepassing voor het bijwerken van software en firmware (Epson Software Updater)
Toepassing voor configuratie van een apparaat in een netwerk (EpsonNet Config)
Gekleurde streepvorming zichtbaar met een tussenafstand van ongeveer 3.3 cm
Onscherpe afdrukken, verticale strepen of verkeerde uitlijning
Vlekken op het papier bij automatisch dubbelzijdig afdrukken
Afbeeldingen of foto's worden afgedrukt met de verkeerde kleuren
Randen van de afbeelding vallen weg bij het randloos afdrukken
Op de gekopieerde afdruk verschijnen ongelijke kleuren, vegen, vlekken of rechte lijnen
Er verschijnt een webachtig patroon (ook wel "moiré" genoemd) op de gekopieerde afbeelding
De achterkant van het origineel is te zien op de gekopieerde afbeelding
De tekst of afbeelding die met de ADF is gekopieerd, is samengedrukt of uitgerekt
Problemen met verzenden en ontvangen van faxen
Selecteer het menu-item dat u wilt configureren en selecteer vervolgens de waarden of geef deze op.
Apparaatnaam
U kunt de volgende tekens gebruiken.
Tekenlimiet: 2 t/m 15 (u moet minstens 2 tekens invoeren).
Toegestane tekens: A t/m Z, a t/m z, 0 t/m 9, -.
Tekens die u niet bovenaan kunt gebruiken: 0 t/m 9, -.
Tekens die u niet onderaan kunt gebruiken: -.
TCP/IP
Auto
Selecteer deze optie wanneer u thuis een draadloze router gebruikt of wanneer u het IP-adres automatisch laat toewijzen via DHCP.
Handmatig
Selecteer deze optie wanneer u niet wilt dat het IP-adres van de printer wordt gewijzigd. Voer de adressen in voor IP-adres, Subnetmasker en Standaardgateway, en configureer de instellingen voor de DNS-server, afhankelijk van uw netwerkomgeving.
Wanneer u Auto selecteert voor de instellingen voor het toewijzen van het IP-adres, kunt u voor de instellingen voor de DNS-server kiezen uit Handmatig of Auto. Als u het DNS-serveradres niet automatisch kunt verkrijgen, selecteert u Handmatig en voert u vervolgens de primaire DNS-server en het secundaire DNS-serveradres rechtstreeks in.
Proxy-server
Niet gebr.
Selecteer deze optie wanneer u de printer gebruikt in een thuisnetwerk.
Gebr.
Selecteer deze optie wanneer u in uw netwerkomgeving een proxyserver gebruikt en u dit wilt instellen in de printer. Voer het adres en poortnummer van de proxyserver in.
IPv6-adres
Inschakelen
Selecteer deze optie wanneer u een IPv6-adres gebruikt.
Uitschakelen
Selecteer deze optie wanneer u een IPv4-adres gebruikt.
link Speed & Duplex
Selecteer de juiste Ethernet-snelheid en duplex-instelling. Als u een andere instelling dan Auto selecteert, controleert u of de instelling overeenkomt met de instellingen op de hub die u gebruikt.
Auto
10BASE-T Half Duplex
10BASE-T Full Duplex
100BASE-TX Half Duplex
100BASE-TX Full Duplex