Netwerkservice en softwareinformatie
Toepassing voor het configureren van printerbewerkingen (Web Config)
Toepassing voor het scannen van documenten en afbeeldingen (Epson Scan 2)
Toepassing voor scannen vanaf een computer (Epson ScanSmart)
Toepassing voor het configureren van faxbewerkingen en het verzenden van faxen (FAX Utility)
Toepassing voor het verzenden van faxen (stuurprogramma PC-FAX)
Toepassing voor snel en op een leuke manier afdrukken via een computer (Epson Photo+)
Toepassing voor het gemakkelijk bedienen van de printer vanaf een smart-apparaat (Epson Smart Panel)
Toepassing voor het bijwerken van software en firmware (Epson Software Updater)
Toepassing voor configuratie van een apparaat in een netwerk (EpsonNet Config)
Gekleurde streepvorming zichtbaar met een tussenafstand van ongeveer 2.5 cm
Onscherpe afdrukken, verticale strepen of verkeerde uitlijning
Vlekken op het papier bij automatisch dubbelzijdig afdrukken
Afbeeldingen of foto's worden afgedrukt met de verkeerde kleuren
Randen van de afbeelding vallen weg bij het randloos afdrukken
Op de gekopieerde afdruk verschijnen ongelijke kleuren, vegen, vlekken of rechte lijnen
Er verschijnt een webachtig patroon (ook wel "moiré" genoemd) op de gekopieerde afbeelding
De achterkant van het origineel is te zien op de gekopieerde afbeelding
De tekst of afbeelding die met de ADF is gekopieerd, is samengedrukt of uitgerekt
Problemen met verzenden en ontvangen van faxen
Gebruik Fax-aansl. controleren op het bedieningspaneel om de faxverbindingscontrole uit te voeren. Probeer de oplossingen die in het rapport worden voorgesteld.
Controleer de instellingen van Lijntype. Stel deze in op PBX om het probleem op te lossen. Als uw telefoonsysteem een toegangscode vereist voor het verkrijgen van een buitenlijn, registreer deze dan op de printer en voer een hekje (#) in aan het begin van een faxnummer.
Als er een communicatiefout optreedt, wijzig dan de instelling Faxsnelheid naar Langz.(9.600 b/s) via het bedieningspaneel.
Controleer of de wandcontactdoos werkt door een telefoon erop aan te sluiten. Als u geen oproepen kunt ontvangen of uitvoeren, neem dan contact op met uw telecombedrijf.
Voor een verbinding met een DSL-telefoonlijn hebt u een DSL-modem met ingebouwd DSL-filter nodig of u moet een apart DSL-filter op de lijn installeren. Neem contact op met uw DSL-provider.
Als u verbinding maakt met een DSL-telefoonlijn, sluit u de printer direct op de telefoonaansluiting in de muur aan. Controleer vervolgens of u faxberichten kunt verzenden. Als dit werkt, ligt het probleem mogelijk bij het DSL-filter. Neem contact op met uw DSL-provider.
Schakel ECM in op het bedieningspaneel. Wanneer ECM is uitgeschakeld, kunnen er geen faxberichten in kleur worden verzonden of ontvangen.
Als u faxberichten via de computer wilt verzenden of ontvangen, controleert u of de printer via een USB-kabel of netwerk is verbonden en of het stuurprogramma voor PC-FAX op de computer is geïnstalleerd. Het stuurprogramma voor PC-FAX wordt samen met FAX Utility geïnstalleerd.
Controleer in Windows of de printer (fax) in Apparaten en printers, Printer, of Printers en andere hardware wordt weergegeven. De printer (fax) wordt weergegeven als “EPSON XXXXX (FAX)”. Als de printer (fax) niet wordt weergegeven, verwijdert u FAX Utility en installeert u de toepassing opnieuw. Zie het volgende om Apparaten en printers, Printer, of Printers en andere hardware te openen.
Windows 10
Klik op de startknop en selecteer vervolgens Windows-systeem > Bedieningspaneel > Apparaten en printers weergeven in Hardware en geluiden.
Windows 8.1/Windows 8
Selecteer Bureaublad > Instellingen > Configuratiescherm > Apparaten en printers weergeven in Hardware en geluiden of Hardware.
Windows 7
Klik op de startknop, selecteer Configuratiescherm > Apparaten en printers weergeven in Hardware en geluiden of Hardware.
Windows Vista
Klik op de startknop, selecteer Bedieningspaneel > Printers in Hardware en geluiden.
Windows XP
Klik op de startknop, selecteer Instellingen > Configuratiescherm > Printers en andere hardware > Printers en faxapparaten.
In Mac OS controleert u het volgende.
Selecteer Systeemvoorkeuren in het menu
> Printers en scanners (of Printen en scannen, Printen en faxen) en controleer of de printer (fax) wordt weergegeven. De printer (fax) wordt weergegeven als “FAX XXXX (USB)” of “FAX XXXX (IP)”. Als de printer (fax) niet wordt weergegeven, klikt u op [+] en registreert u de printer (fax).
Selecteer Systeemvoorkeuren in het menu
> Printers en scanners (of Printen en scannen, Printen en faxen) en dubbelklik vervolgens op de printer (fax). Als de printer gepauzeerd is, klikt u op Hervatten (of Printer hervatten).