Netwerkservice en softwareinformatie
Toepassing voor het configureren van printerbewerkingen (Web Config)
Toepassing voor het scannen van documenten en afbeeldingen (Epson Scan 2)
Toepassing voor scannen vanaf een computer (Epson ScanSmart)
Toepassing voor het configureren van faxbewerkingen en het verzenden van faxen (FAX Utility)
Toepassing voor het verzenden van faxen (stuurprogramma PC-FAX)
Toepassing voor snel en op een leuke manier afdrukken via een computer (Epson Photo+)
Toepassing voor het gemakkelijk bedienen van de printer vanaf een smart-apparaat (Epson Smart Panel)
Toepassing voor het bijwerken van software en firmware (Epson Software Updater)
Toepassing voor configuratie van een apparaat in een netwerk (EpsonNet Config)
Gekleurde streepvorming zichtbaar met een tussenafstand van ongeveer 2.5 cm
Onscherpe afdrukken, verticale strepen of verkeerde uitlijning
Vlekken op het papier bij automatisch dubbelzijdig afdrukken
Afbeeldingen of foto's worden afgedrukt met de verkeerde kleuren
Randen van de afbeelding vallen weg bij het randloos afdrukken
Op de gekopieerde afdruk verschijnen ongelijke kleuren, vegen, vlekken of rechte lijnen
Er verschijnt een webachtig patroon (ook wel "moiré" genoemd) op de gekopieerde afbeelding
De achterkant van het origineel is te zien op de gekopieerde afbeelding
De tekst of afbeelding die met de ADF is gekopieerd, is samengedrukt of uitgerekt
Problemen met verzenden en ontvangen van faxen
|
Bericht |
Oplossing |
|---|---|
|
De Wi-Fi-omgeving moet worden verbeterd. Schakel de draadloze router uit en vervolgens weer in. Als de verbinding niet verbetert, raadpleegt u de documentatie voor de draadloze router. |
Nadat u de printer dichter bij de draadloze router hebt geplaatst en eventuele obstakels hebt verwijderd, schakelt u de draadloze router uit. Wacht circa 10 seconden en schakel het toegangspunt weer in. Als de printer nog steeds geen verbinding maakt, raadpleegt u de documentatie die bij de draadloze router is meegeleverd. |
|
*Er kunnen niet meer apparaten aangesloten worden. Verwijder een van de apparaten als u een ander wilt toevoegen. |
De computer en de smart-apparaten die tegelijkertijd kunnen worden verbonden, worden volledig verbonden in de Wi-Fi Direct (eenvoudige AP) verbinding. Om nog een computer of een ander smart device toe te voegen, moet u eerst de verbinding van een van de verbonden apparaten verbreken of een van de verbonden apparaten eerst aansluiten op een ander netwerk. U kunt het aantal draadloze apparaten die tegelijkertijd kunnen worden aangesloten en het aantal verbonden apparaten bevestigen door het netwerkstatusvel of het bedieningspaneel van de printer te controleren. |
|
Dezelfde SSID als Wi-Fi Direct bestaat in de omgeving. Wijzig de Wi-Fi Direct SSID als u geen smartapparaat kunt verbinden met de printer. |
Ga op het bedieningspaneel van de printer naar het scherm Wi-Fi Direct en selecteer het menu om de instelling te wijzigen. U kunt de netwerknaam wijzigen die na DIRECT-XX- volgt. Voer tot 32 tekens in. |