Netwerkservice en softwareinformatie
Toepassing voor het configureren van printerbewerkingen (Web Config)
Toepassing voor het scannen van documenten en afbeeldingen (Epson Scan 2)
Toepassing voor scannen vanaf een computer (Epson ScanSmart)
Toepassing voor het configureren van faxbewerkingen en het verzenden van faxen (FAX Utility)
Toepassing voor het verzenden van faxen (stuurprogramma PC-FAX)
Toepassing voor snel en op een leuke manier afdrukken via een computer (Epson Photo+)
Toepassing voor het gemakkelijk bedienen van de printer vanaf een smart-apparaat (Epson Smart Panel)
Toepassing voor het bijwerken van software en firmware (Epson Software Updater)
Toepassing voor configuratie van een apparaat in een netwerk (EpsonNet Config)
Gekleurde streepvorming zichtbaar met een tussenafstand van ongeveer 2.5 cm
Onscherpe afdrukken, verticale strepen of verkeerde uitlijning
Vlekken op het papier bij automatisch dubbelzijdig afdrukken
Afbeeldingen of foto's worden afgedrukt met de verkeerde kleuren
Randen van de afbeelding vallen weg bij het randloos afdrukken
Op de gekopieerde afdruk verschijnen ongelijke kleuren, vegen, vlekken of rechte lijnen
Er verschijnt een webachtig patroon (ook wel "moiré" genoemd) op de gekopieerde afbeelding
De achterkant van het origineel is te zien op de gekopieerde afbeelding
De tekst of afbeelding die met de ADF is gekopieerd, is samengedrukt of uitgerekt
Problemen met verzenden en ontvangen van faxen
Wanneer u een andere draadloze router of provider in gebruik hebt genomen of van provider bent gewisseld, stelt u de netwerkverbindingen voor de printer opnieuw in. Verbind de computer of het smart device via hetzelfde SSID als de printer.
Schakel de apparaten die u met het netwerk wilt verbinden uit. Wacht circa 10 seconden en schakel de apparaten in de volgende volgorde weer in: de draadloze router, de computer of het smart device en tenslotte de printer. Verklein de afstand tussen de printer en de computer of het smart device enerzijds en de draadloze router anderzijds om de radiocommunicatie te vereenvoudigen, en probeer vervolgens opnieuw de netwerkinstellingen te configureren.
Druk het netwerkverbindingsrapport af. Zie de koppeling met gerelateerde informatie hieronder voor meer informatie. Als uit het rapport blijkt dat er geen netwerkverbinding tot stand is gebracht, controleert u het netwerkverbindingsrapport en volgt u de afgedrukte oplossingen.
Als het aan de printer toegewezen IP-adres 169.254.XXX.XXX is, en het subnetmasker is 255.255.0.0, is het IP-adres mogelijk niet correct toegewezen. Start de draadloze router opnieuw of stel de netwerkinstellingen van de printer opnieuw in. Als het probleem hiermee niet is opgelost, raadpleegt u de documentatie van de draadloze router.
Probeer op de computer een internetpagina te openen om te controleren of de netwerkinstellingen van de computer correct zijn. Als u geen internetpagina's kunt openen, is er probleem met de computer. Controleer de netwerkverbinding van de computer.