Netwerkservice en softwareinformatie
Toepassing voor het configureren van printerbewerkingen (Web Config)
Toepassing voor het scannen van documenten en afbeeldingen (Epson Scan 2)
Toepassing voor scannen vanaf een computer (Epson ScanSmart)
Toepassing voor het configureren van faxbewerkingen en het verzenden van faxen (FAX Utility)
Toepassing voor het verzenden van faxen (stuurprogramma PC-FAX)
Toepassing voor snel en op een leuke manier afdrukken via een computer (Epson Photo+)
Toepassing voor het gemakkelijk bedienen van de printer vanaf een smart-apparaat (Epson Smart Panel)
Toepassing voor het bijwerken van software en firmware (Epson Software Updater)
Toepassing voor configuratie van een apparaat in een netwerk (EpsonNet Config)
Gekleurde streepvorming zichtbaar met een tussenafstand van ongeveer 2.5 cm
Onscherpe afdrukken, verticale strepen of verkeerde uitlijning
Vlekken op het papier bij automatisch dubbelzijdig afdrukken
Afbeeldingen of foto's worden afgedrukt met de verkeerde kleuren
Randen van de afbeelding vallen weg bij het randloos afdrukken
Op de gekopieerde afdruk verschijnen ongelijke kleuren, vegen, vlekken of rechte lijnen
Er verschijnt een webachtig patroon (ook wel "moiré" genoemd) op de gekopieerde afbeelding
De achterkant van het origineel is te zien op de gekopieerde afbeelding
De tekst of afbeelding die met de ADF is gekopieerd, is samengedrukt of uitgerekt
Problemen met verzenden en ontvangen van faxen
Met deze methode kunt u de printer zonder een draadloze router rechtstreeks verbinden met smart devices.
U hoeft deze instellingen slechts een keer te configureren voor de printer die en het smart device dat u met elkaar wilt verbinden. U hoeft deze instellingen niet opnieuw te configureren, tenzij u Wi-Fi Direct uitschakelt of de standaard netwerkinstellingen herstelt.
Selecteer Wi-Fi instellen op het startscherm.
Als u een item wilt selecteren, gebruikt u de knoppen
en drukt u op de knop OK.

Selecteer Wi-Fi Direct.
Controleer het bericht en druk op de knop OK om door te gaan.
Controleer het bericht en druk op de knop OK om door te gaan.
Selecteer Andere OS-apparaten.

De Netwerknaam en het Wachtwoord voor Wi-Fi Direct voor de printer worden weergegeven.
Selecteer op het Wi-Fi-scherm van het smart device de SSID die op het bedieningspaneel van de printer wordt weergegeven en voer vervolgens het wachtwoord in.
De schermafdruk is een voorbeeld op iPhone. 
Druk op de knop OK op het bedieningspaneel van de printer.
Start de Epson-printapp op het smart device.
Voorbeelden van Epson-printapps

Tik op het scherm van de Epson-printapp op Printer niet geselecteerd.
Selecteer de printer waarmee u verbinding wilt maken.

Bekijk de informatie die op het bedieningspaneel van de printer wordt weergegeven om de printer te selecteren.

Druk op de knop OK op het bedieningspaneel van de printer.
Selecteer voor smart devices die eerder met de printer verbonden zijn geweest de netwerknaam (SSID) op het Wi-Fi-scherm van het smart device en maak opnieuw verbinding.